
Wat karakteriseert de kwetsbare groep lerenden, en waarom nemen zij minder deel aan leeractiviteiten?
Steekproef
Nederlandse burgers tussen 18 en 78 jaar (M = 44,89, SD = 13,35)
Geënquêteerd in januari 2024
Steekproefomvang van 1.008 respondenten, 564 mannen (56%) en 444 vrouwen (44%)
Brede demografische afspiegeling met diverse vertegenwoordiging van leeftijd, geslacht en opleidingsachtergrond
Methode
Mixed method design
Online vragenlijst
Follow-up met semi-gestructureerde interviews
Dataverzameling
De online enquête vroeg naar antecedenten van leren, de frequentie van formele en informele leeractiviteiten en hun verband met leerresultaten
Deelnemers vulden de enquête vrijwillig in en gaven hiervoor hun geïnformeerde toestemming
Vier clusters
Cluster 1
Significant lagere score op individueel en sociaal informeel leren en formeel leren
Cluster 2
Bovengemiddelde score op individueel en sociaal informeel leren, maar lager dan gemiddeld op formeel leren. De meerderheid heeft geen formeel onderwijs genoten
Cluster 3
Zeer hoge score op formeel leren en bovengemiddeld op informeel leren
Cluster 4
Bovengemiddelde score voor formeel leren en informeel leren. De meerderheid heeft formeel onderwijs genoten
Cluster 1 = De kwetsbare groep lerenden
Waarom neemt cluster 1 minder deel aan leeractiviteiten?
-
Oudere deelnemers gaven aan dat ze minder mogelijkhede zagen voor formeel leren en dachten dat extra training weinig invloed had op hun loopbaan
Degenen dicht bij pensioen hadden vaak minder interesse in verdere ontwikkeling
Veel ervaren werknemers vonden extra training overbodig, omdat ze zich al bekwaam voelden in hun werk
-
Deelnemers investeerden minder in loopbaanverkenning, vaak door leeftijd, beperkte loopbaanvoordelen, familieverantwoordelijkheden en afnemende motivatie
Oudere werknemers vonden formele trainingen minder aantrekkelijk of praktisch, omdat ze weinig impact verwachtten op hun loopbaan of persoonlijke groei
Voor sommigen paste training niet bij hun prioriteiten, vooral door de balans tussen werk en privé
-
Gebrek aan motivatie:
Leeftijd
Financiële beperkingen
Werkdruk en tijdgebrek
Reistijd
Mismatch met leerbehoeften
Gebrek aan autonomie
Werkplekdynamiek: bureaucratische structuren en hiërarchische druk
Lage nuttigheid van training
Directe relevantie voor werk of carrière
Duidelijke opbrengsten
Goede balans tussen tijdsinvestering en opbrengsten
Gebrek aan afstemming op specifieke leerbehoeften
Frustratie door mismatch met individuele doelen of interesses
Deelnemers waarderen autonomie in het kiezen van ontwikkelingsdoelen
-
Gebrek aan autonomie
Beperkte controle over timing en locatie
Beperkte flexibiliteit
-
Stress door het snel moeten leren omgaan met (technologische) veranderingen
Onzekerheid door constante aanpassingen
Overweldigd door de snelheid van veranderingen
Organisatorische veranderingen verhogen de druk (e.g., reorganisaties)
Onderwaardering van expertise
-
Beperkingen door fysieke of mentale gezondheidsproblemen
Familieverantwoordelijkheden
Financiële beperkingen
-
Werkdruk en tijdsdruk
Gebrek aan ondersteuning vanuit de organisatie
1) Ouder zijn
2) Minder goed opgeleid zijn
3) Minder gemotiveerd zijn om te leren
4) Minder zelfvertrouwen hebben
5) Minder investeren in het zoeken naar een baan
6) Ervaren weinig controle over hun werk
7) Ervaren veel technologische ontwikkelingen in hun werkomgeving